Samenwerken is een werkwoord
Ik ben een samenwerker. Het (oud-Afrikaanse) gezegde ‘Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder’ zou zo maar op een tegeltje in mijn wc kunnen prijken. Eerlijk is eerlijk, ik ben nog nooit iemand tegengekomen die zei: ’Nee hoor, ik geloof niet in samenwerken!’. Het is dus wel een beetje een open deur. Maar waarom gaat het af en toe dan zo moeilijk?
Onderken onderhandelen
Soms zie je dat mensen samenwerken verwarren met onderhandelen. Je zegt dat je samenwerkt, maar eigenlijk streef je jouw eigen doelstellingen na. Dat is niet de bedoeling van samenwerken. Let wel: er is niets mis met onderhandelen. Sterker nog, dat moet je soms ook in een samenwerkingsrelatie doen. Maar het is wel handig om samen te onderkennen dat je op een bepaald moment aan het onderhandelen bent. En daarna werk je weer fijn samen verder.
Vraag het!
Andere mensen willen wel samenwerken. Maar gaan uit van hun eigen behoeften en veronderstellingen en denken dat de ander diezelfde behoeften en veronderstellingen heeft. Men verdiept zich onvoldoende in de samenwerkingspartner. Terwijl je er simpel achter kan komen door je af te vragen: Wat zijn de behoeften van mijn samenwerkingspartner? Wat is zijn diepere doel? Is dat hetzelfde als dat van mij? Vaak natuurlijk niet helemaal, want waarom zou je anders samenwerken. Hoe kom je daar achter? Door het te vragen! Je zult er versteld van staan, maar er komt bijna altijd een antwoord.
Wat én hoe
Wanneer je je in elkaars doelen en behoeften hebt verdiept, kun je de volgende stap maken in de samenwerking. Namelijk het formuleren van de gezamenlijke doelstelling en ambitie. En hoe je deze gaat bereiken. Dus niet alleen ’wat’, maar ook ’hoe’. Het is niet alleen belangrijk om te zeggen hoe jij graag samenwerkt, maar vooral ook om te luisteren naar de ander. Want dat is echt samenwerken, jezelf verdiepen en meebewegen met je samenwerkingspartner.
Kortom: samenwerken is niet voor niets een werkwoord, het gaat niet vanzelf!
Augustus 2016, Guido de Ruiter