Skip to content

Nieuwsbrief juni 2022

Beste lezer,

Voor velen van ons breekt binnenkort de zomervakantie weer aan. Hét moment om te reflecteren en om nieuwe inspiratie op nieuwe plekken op te doen. Als adviseur heb ik het voorrecht om het hele jaar door geïnspireerd te raken. Niet zelden leiden gesprekken met gedreven experts en organisaties tot bijzondere verhalen en nieuwe inzichten op het terrein van wonen-welzijn-zorg. In mijn werk – en in deze nieuwsbrief – deel ik ze graag.

In deze editie vertel ik je onder meer over de GENERO-lunchbijeenkomst waarvoor ik een presentatie verzorgde over woonvormen tussen ‘thuis en verpleeghuis’ en deel ik mijn visie over innovatieve geclusterde woonvormen die ik ook met de Tweede Kamer commissie gedeeld heb. Ik raad je sowieso ook aan om het interview met Kitty de Laat van SMO Helmond te lezen. Als het aan haar ligt, gaat gemengd veel verder dan alleen binnen de muren van complexen. “De samenleving zou één groot woon-zorgcomplex moeten zijn”, vindt ze.

Uiteraard zet ik in deze nieuwsbrief ook weer een aantal interessante artikelen en rapportages voor je op een rij. Heb je vragen over een van mijn opdrachten of een artikel? Of wil je ergens meer informatie over? Laat het mij weten. Ik wens je veel leesplezier.

Hartelijke groet,
Guido de Ruiter

Interviewreeks De droom van Kitty de Laat

Hoe kijken professionals en ervaringsdeskundigen aan tegen de toekomst van de kwaliteit van wonen, leven en zorg voor kwetsbare mensen? Wat zijn hun dromen en ideeën voor verbeteringen? En wat kunnen we van elkaar leren om de kwaliteit van leven van mensen die het niet helemaal alleen redden, te verbeteren?

Kitty de Laat, directeur-bestuurder bij SMO regio Helmond, toezichthouder bij Het Juridisch Loket en bestuurslid bij Valente, de academische werkplaats Impuls Onderzoek en SaldoPlus, vertelt in deel acht van deze interviewreeks over haar droom: een sterke samenleving toont zich door aandacht voor de zwakste schakel.

Wat drijft jou in je werk?
“Ooit heb ik de opleiding culturele en maatschappelijke vorming gedaan. Als ik terugkijk op mijn carrière tot nu toe, ben ik eigenlijk altijd binnen dat gebied werkzaam geweest: bij de arbeidsvoorziening, in het sociaal domein bij de gemeente, bij een welzijnsorganisatie en nu dan in de wereld van dak- en thuislozen. Iedere keer voeg ik een soort van bloemblaadjes toe aan mijn verhaal over hoe de zwakste schakel in de samenleving zich sterker kan maken, zodat het geheel ook sterker wordt.”

Wat is jouw droom als je kijkt naar de kwaliteit van wonen en leven voor kwetsbare doelgroepen?
“Laten we om te beginnen vooral stoppen met het denken en doen in doelgroepen. We hebben het gewoon over mensen. Bij SMO regio Helmond doen we dat ook. Binnen onze complexen wonen verschillende mensen met verschillende achtergronden bij elkaar. Bij ons vind je bijvoorbeeld vrouwen met kinderen in hetzelfde huis als mensen met een verslavingsproblematiek. Het loopt bij ons allemaal door elkaar – jongeren, mensen met een verstandelijke beperking – een minisamenleving.”

“Mijn droom is dat we niet alleen gemengd wonen binnen de muren van onze complexen, maar juist ook in de wijk. Je zou eigenlijk helemaal geen nieuwe woon-zorgcomplexen moeten willen. De samenleving zou één groot woon-zorgcomplex moeten zijn. Elk nieuw apart woon-zorgcomplex dat je bouwt, en elke dakloze die bij ons binnenkomt, is er één te veel in mijn beleving.”

Wat is er volgens jou voor nodig om die gemengde samenleving mogelijk te maken?
“Ik zie de afstand tussen enerzijds de mensen die bij ons wonen of via ons begeleid wonen, en anderzijds de rest van de samenleving nog steeds groter worden. Wil je mensen echt samenbrengen, dan is de-stigmatisering een enorm belangrijk thema om mee aan de slag te gaan.”

“Neem bijvoorbeeld een project in een buurt waar we studio’s voor dak- en thuislozen in een bestaand gebouw realiseren. Eén of twee buurtbewoners verzetten zich in allerlei toonaarden, maar als we ze uitnodigen om kennis te maken met hun buren, komen ze niet opdagen. Voor sommigen kan zo’n kennismaking mogelijk te confronterend zijn. Zij realiseren zich dan dat ze nu nog aan de goede kant van de lijn staan, maar dat het henzelf ook kan overkomen.”

“In zo’n buurtsituatie moet je heel veel doen – samen met de buren die het wél willen – om dat toch te laten werken. Zo hebben we van de mensen die er komen te wonen in de opvang en via beschermd wonen, portretten gemaakt. Daarmee krijgen de nieuwe bewoners een gezicht en worden daklozen weer gewoon mensen. Ook richten we het nieuwe gebouw zo in dat er ruimte is om met buurtbewoners samen te eten en kennis te maken.”

Welke succesfactoren zijn nog meer van belang om gemengde buurten mogelijk te maken?
“Voor de meest kwetsbare bewoners is individuele begeleiding zeker in het begin essentieel. Je moet rekenen op een jaar of drie begeleiding. Het mooie van ambulante begeleiders is dat ze meteen de ogen en oren kunnen vormen om in zo’n flat te zien wat er nog nodig is aan voorzieningen en begeleiding om een hechtere gemeenschap te creëren.”

“We zijn sowieso bezig om met woningcorporaties meer inhoud te geven aan sociaal beheer. Schoolvoorbeeld vind ik een project in Utrecht waar dak- en thuislozen, ouderen en gezinnen met elkaar in één flat wonen. De corporatie heeft daar een huisbeheerder aangesteld, die nu eigenlijk meer een sociaal werker is dan huismeester. Mensen moeten daar leren om op zo’n nieuwe manier samen te leven. Als samenleving zijn we dat helemaal verleerd: een beetje normaal samenleven.”

“Je ziet bij dat project in Utrecht overigens ook dat daklozen in zo’n nieuwe woonomgeving veel beter voor zichzelf zorgen en meer interesse hebben voor elkaar. Een prachtig resultaat.”

Bij zo’n groep als daklozen is het herstelvermogen groot. In hoeverre kunnen ook mensen met bijvoorbeeld een verstandelijke beperking mee in zo’n transitie van individueel naar samen wonen? Bij hen is dat vermogen om grote stappen vooruit te zetten, doorgaans kleiner.
“Ook voor hen is plek in die nieuwe gemengde woonomgeving. We werken vanuit de krachtwerkmethode: voor iedereen is er hoop op perspectief. Ook mensen met een verstandelijke beperking kunnen stapje voor stapje meer grip krijgen op hun leven. Als je maar heel erg naar het individu kijkt en daarbij op maat de ondersteuning organiseert.”

Kijkend naar de inclusievere samenleving, wat is dan de rol voor de overheid?
“Bij de beweging van barmhartigheid heb ik ooit deze uitspraak meegekregen: een sterke samenleving toont zich door de aandacht voor de zwakste schakel. Dat moet die samenleving zelf doen, niet de overheid of wie dan ook. Dat moeten we gewoon met z’n allen doen.”

“Voor mensen die op of onder het minimumniveau leven, zal dat niet makkelijk zijn. Die hebben het soms zo slecht dat ze het optimisme niet kunnen opbrengen en het gat naar de uitgang niet meer zien. Daarom ben ik een fel pleitbezorger voor het fors verhogen van het minimumloon, zodat mensen niet langer afhankelijk zijn van extra toelagen. Indirect draagt dat ook bij aan een succesvolle gemengde samenleving.”

Opdracht uitgelicht: workshops begeleiden

Regelmatig word ik gevraagd om een workshop te begeleiden. Ik vind dat altijd ongelooflijk leuk en inspirerend om te doen. In de workshops zorg ik voor een prettige mix van de landelijke context, mijn eigen ervaringen en een vertaling naar de lokale/regionale situatie van de opdrachtgever(s).

Eerder begeleidde ik workshops over onder meer deze thema’s:

  • innovatie in wonen-welzijn-zorg voor senioren of aandachtsgroepen
  • landelijke ontwikkelingen vertalen naar een regionale opgave
  • tussenwoonvormen
  • financiering van zorg(vastgoed)
  • doorstroming op de woningmarkt
  • technologie en rollen organisaties
  • samenwerking

De afgelopen maanden heb ik workshops begeleid voor onder andere een regionaal samenwerkingsverband van wonen-zorg-welzijn professionals, de Raad van Commissarissen van een woningcorporatie, een huurdersvereniging, een zorgorganisatie en voor GENERO (zie het volgende artikel).

Een goede workshop ondersteunt en helpt mensen om kennis en inspirerende voorbeelden op te doen en om een vertaling naar de eigen situatie te maken. En het is nog leuk ook. Iets voor jou? Neem dan contact met mij op.

Benieuwd naar andere opdrachten?
Bekijk het overzicht van alle opdrachten waaraan ik werk of gewerkt heb.

GENERO lunchsessie: Overhuizen, de weg naar (t)huis

Op 11 april mocht ik voor GENERO, een samenwerkingsverband voor ouderenzorg in Zuidwest-Nederland, voor diverse professionals en ouderen een presentatie tijdens de lunchlezing verzorgen. Thema: tussenwoonvormen tussen zelfstandig wonen en het verpleeghuis in. Ik ben al langer partner van GENERO en was zeer vereerd met de uitnodiging.

Allereerst heb ik de landelijke ontwikkelingen rondom langer en beter thuis wonen geschetst, net als de behoefte aan maatwerk en diversiteit in aanbod en aanpak. Daarbij staat een integrale, gedifferentieerde aanpak bovenaan. Geen enkele organisatie kan dit immers alleen oplossen. Duidelijk is dat er meer passende woonvormen tussen thuis en het verpleeghuis moeten worden gecreëerd. Want mede door het verdwijnen van verzorgingshuizen is er onder senioren behoefte aan een ‘veilig thuis’, ontmoeting en participatie, eigen regie en zelfstandigheid, en een combinatie van wonen-welzijn-zorg dichtbij.

Tijdens de lezing deelde ik inspirerende voorbeelden van tussenwoonvormen, zoals een knarrenhof, een gemengd-wonenproject in Breda, Het Ouden Huis in Bodegraven, de Thuisplusflat in Rotterdam, Wij zijn Zuiderschans en Samen & Anders.

Op de website van GENERO vind je de link naar de lunchlezing, de presentatie en de opname. Ik kijk met veel plezier terug op deze lunchsessie.

Innovatieve geclusterde (tussen)woonvormen

Op 17 maart vond er een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer plaats, georganiseerd door de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken en VWS. Basis vormde het rapport Wonen en zorg voor ouderen, Overzicht van behoeften en belemmeringen inzake woonzorgvoorzieningen. Dit rapport verscheen eind februari. Met trots mocht ik deelnemen aan blok III van dit rondetafelgesprek: belemmeringen en oplossingen voor het realiseren van passende woonzorgvoorzieningen.

De organisatie nodigde mij uit vanwege mijn ervaringen als zelfstandig adviseur Wonen-Zorg-Welzijn en als expertlid van het Ondersteuningsteam Wonen en Zorg (OWZ) en het Expertteam Weer Thuis (EWT). Andere aanleiding voor de uitnodiging vormden diverse publicaties waaraan ik heb meegeschreven, zoals de Platform31-publicatie Doorstroming stimuleren van senioren op de woningmarkt, en mijn ervaring in het begeleiden van innovatieve woonconcepten voor senioren en mensen met een verstandelijke en/of psychiatrische beperking.

Voor het gesprek heb ik een notitie geschreven, waarbij de focus lag op het thema innovatieve geclusterde (tussen)woonvormen. Hieronder de inhoud van deze notitie.

Inleiding

Het beleid is erop gericht dat senioren ‘langer zelfstandig wonen’ en senioren willen dit zelf ook. Ook wanneer de vraag naar zorg toeneemt. Eenzaamheid, toename van dementie, de dubbele vergrijzing, een toenemend tekort aan professionals en mantelzorgers, stagnatie in de doorstroming op de woningmarkt en het verdwijnen van verzorgingshuizen zorgen voor grote uitdagingen. Er is immers een onvoldoende geschikt en gedifferentieerd woningaanbod. Het organiseren van Wonen en Zorg vindt plaats in afzonderlijke systemen en de financiering van zorg is op basis van zorgindicaties. Dit zorgt ervoor dat het leveren van zorg gefinancierd wordt en niet het faciliteren van langer en beter zelfstandig wonen en leven, en het in stand houden van vitaliteit en gezondheid. En daar waar dit gebeurt door te investeren in ‘preventie; wonen, welbevinden, contacten en zingeving’, komt de financiële besparing (b.v. Wlz) vaak elders terecht dan de investering (b.v. WMO).

Niemand kan de opgave alleen oplossen, een integrale aanpak vanuit samenwerking is noodzakelijk, evenals een aanpak over de domeinen en systemen heen!

Innovatieve geclusterde (tussen) woonvormen

Om senioren langer, passend en gelukkiger, ‘thuis’ te laten wonen is een verscheidenheid van woonvariaties nodig. Een daarvan zijn geclusterde (tussen) woonvormen (tussen zelfstandig wonen en een verpleeghuis in). Vanuit de premisse dat meedoen, meetellen en ontmoeten bijdraagt aan het behouden van eigen regie en het welbevinden en daarmee aan uitstel of verlagen van de zorg(kosten).

Benaderd vanuit een integrale aanpak: (zelfstandig) wonen – de woonomgeving – het welbevinden (eigen regie, contacten, ontmoeten) – en tot slot de zorg (als einde van deze keten). Enkele uitgangspunten en kenmerken van de geclusterde woonvorm (altijd op maat en toegespitst op de lokale situatie):

  • Een wooncomplex met zelfstandige (toe- en doorgankelijke) woningen in een toekomstbestendig en flexibel aan te passen (met name de algemene ruimten) complex;
  • Een woning waar men zonder te verhuizen alle zorg kan ontvangen (het opschalen van zorg in de eigen woning);
  • In het complex zijn gezamenlijke algemene ruimtes waar mensen elkaar tegenkomen en ontmoeten;
  • De doelgroep is al dan niet gemêleerd (gebaseerd op leefstijl, soms vooral senioren, soms gemengde doelgroepen, en soms een mix van sociaal en middenhuur);
  • Het complex is ingebed in de wijk en heeft verbinding met de omgeving;
  • Contacten en ontmoeten wordt evenals het leveren van een bijdrage aan het leven in het complex en de medebewoners, waar wenselijk of nodig, gefaciliteerd bijvoorbeeld via community building;
  • Het complex wordt integraal georganiseerd en gefinancierd. Inclusief algemene ruimten, exploitatie, ondersteuning, en zorg. Dit vanuit één overall aanpak vanuit een domein-overstijgende (populatie)bekostiging.

Wat levert deze innovatieve geclusterde woonvormen op voor de bewoners en de samenleving

  • Het levert een bijdrage aan de eigen regie, het welbevinden en de contacten van de bewoners;
  • Het faciliteert het langer zelfstandig wonen van senioren (op basis van het financieel scheiden van wonen en zorg, maar inhoudelijk dienst dit integraal te worden benaderd en vormgegeven);
  • Het levert een bijdrage aan het tekort aan geschikte woningen voor senioren EN aan de noodzakelijke doorstroming op de woningmarkt (en daarmee ook voor de hele verhuisketen);
  • Het faciliteren van contacten en ontmoeting en het tegengaan van eenzaamheid, en daarmee komt het tegemoet aan het teruglopen van het aantal mantelzorgers;
  • Door het uitstellen of verlagen van de reguliere zorg een besparing op de zorgkosten en daarmee levert het een bijdrage aan het personeelstekort in de zorg;
  • Het levert een bijdrage aan de gewenste paradigmashift: zorg naar wonen i.p.v. wonen naar zorg;
  • Het gaat uit van een integrale (wonen-woonomgeving-welbevinden-zorg) aanpak en benadering, daarmee levert het een bijdrage aan de noodzakelijke systeeminnovatie.

Kortom: mensen wonen en leven, met een hogere zelf ervaren kwaliteit van leven, zelfstandig met minder formele ondersteuning (en daarmee minder zorgkosten).

Wat zijn belemmeringen voor het realiseren van innovatieve geclusterde woonvormen

Deze belemmeringen zijn grotendeels ook in het rapport ‘Wonen en zorg voor ouderen’ beschreven, de belangrijkste die ik constateer zijn:

  • Onvoldoende locaties voor nieuwbouw en transformatie met een passende grondprijs die rekening houdt met de positieve maatschappelijke en financiële effecten;
  • Financiële belemmeringen voor zowel het realiseren als exploiteren van geclusterde woonvormen. Deze zijn zowel op het terrein van het wonen als op dat van ondersteuning en zorg. De kosten en baten liggen vaak bij verschillende partijen, hier gaat een perverse werking van uit;
  • Gebrek aan integraliteit, samenhang en urgentie. Zowel binnen de gemeente (wonen-sociaal-financiën), als tussen gemeente en zorgkantoor, als tussen hen en organisaties (corporaties, zorg- en welzijnsaanbieders, maatschappelijke ondernemers), als tussen organisaties onderling;
  • Wonen en zorg zijn financieel gescheiden, maar inhoudelijk niet. Dat is vaak onvoldoende het geval; organisaties werken vanuit hun eigen domein en opgave, en vanuit eigen organisatiebelang. Hierdoor is een echte integrale aanpak vanuit samenwerking problematisch. Nodig is dat wonen, welzijn en zorg, in netwerkverband samenwerken vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid;
  • Onvoldoende innovatie op een systeem-overstijgende aanpak. Nu: het systeem staat centraal, en is georganiseerd vanuit indicatie-denken en daar moet de burger inpassen. Wenselijk is: de burger staat centraal, daar omheen organiseren we wat nodig is op alle domeinen en de financiering volgt de burger, waarbij het voorkomen en/of uitstellen van geïndiceerde zorg ook gefinancierd wordt. Juist met een andere manier van organiseren en financieren valt veel (maatschappelijke en financiële) winst te behalen is. Met als doel een hogere kwaliteit van leven door het versterken van de eigen regie, het faciliteren van ontmoeting, en het verminderen van geïndiceerde WMO en Wlz;
  • Er wordt te veel vanuit bestaande systemen en samenwerkingspartners gedacht, innovatie van buiten (bijvoorbeeld sociaal maatschappelijke ondernemers) krijgt onvoldoende kans;
  • Huidige wet- en regelgeving belemmeren de realisatie van alternatieve/innovatieve woonconcepten;
  • Er is te weinig aandacht voor particuliere initiatieven en sociaal maatschappelijke ondernemers en de rol en meerwaarde die zij kunnen hebben;
  • Onvoldoende werken vanuit een overall visie en daarnaar handelen en de systemen daarop inrichten.

Wat zijn oplossingen voor het realiseren van innovatieve geclusterde woonvormen

Naast het oplossen van de belemmeringen is er behoefte aan innovatie en een systeemdoorbraak, werken vanuit de bedoeling en vooral: doen!

Rol van het Rijk

Het Rijk kan/moet een belangrijke rol innemen in de systeemdoorbraak en het faciliteren van innovatie:

  • Zorg voor, en stimuleer dat, er voldoende geschikte en passende locaties komen;
  • Faciliteer dat de maatschappelijke en financiële meerwaarde onderdeel zijn van het grondprijsbeleid;
  • Regel het opheffen van gescheiden financiën van preventie (in de brede zin van het woord), zorg en ondersteuning (met name tussen de WMO en Wlz) daar waar dit belemmerend werkt. Maak een financiële mogelijkheid om de (vaak geschatte) besparingen in de Wlz te financieren. Stimuleer daarmee het realiseren van kostenbesparingen i.r.t. het verhogen van de kwaliteit van leven;
  • Faciliteer, onder voorwaarden, particuliere sociaal maatschappelijke initiatieven om een rol in het ontwikkelen, vormgeven en exploiteren van innovatieve geclusterde (tussen) woonvormen te spelen, en maak daar een innovatie-ondersteunings programma voor;
  • Versnel de doorstroming van senioren op de woningmarkt met diverse interventies waardoor de maatschappelijke meerwaarde van doorstroming (kwaliteit van leven) opweegt en inzichtelijk is t.a.v. de financiële gevolgen (hogere woonlasten), en ook de hele verhuisketen geholpen wordt;
  • Stimuleer innovatie door samenwerking, co-creatie en community-building, bijvoorbeeld door:
    • Inzet van expertise (bijvoorbeeld ondergebracht bij het OWZ) om innovatie te begeleiden;
    • Het opzetten van een innovatielab (bijvoorbeeld ondergebracht bij het OWZ in samenwerking met het Expertteam Woningbouw van RVO) waarin op meerdere plekken pilots worden opgezet, gefaciliteerd, begeleid en gemonitord. Dit op de werkende principes, de maatschappelijke en financiële rendementen en de belemmeringen. Zorg daarbij als Rijk voor middelen om de belemmeringen op te heffen en biedt experimenteerruimte.

Meer lezen over het rondetafelgesprek? Op de website van de Tweede Kamer vind je de convocatie en stukken van deze commissievergadering, inclusief de voorbereidende notities van alle genodigden.

Kennis als inspiratie

Niets beter dan elkaar te inspireren. Daarom vind je hieronder meerdere interessante kennisitems. Heb je ook iets te delen? Laat het me weten en ik neem het graag in de volgende nieuwsbrief op.

Interessante links

Goed ouder worden in 2040: zo moet dat eruit zien
Vanwege de ouder wordende bevolking komen er de komende jaren een heleboel vraagstukken op ons af. Hoe gaan we daarmee om? Het programma Ouder Worden 2040 heeft een transformatieagenda gepresenteerd om de toekomst van het ouder worden vorm te geven. Aan de hand van 4 fasen zijn alle opbrengsten en inzichten in kaart gebracht en gebundeld in de publicatie Ouder worden 2040.

Raad Volksgezondheid & Samenleving: Grenzeloos samenwerken?
Burgers met complexe problemen zijn voor zorg en ondersteuning aangewezen op wettelijke domeinen die hun eigen regelingen/voorzieningen hebben. Om passende zorg te kunnen bieden heeft de Raad Volksgezondheid & Samenleving aan de hand van concrete casuïstiek onderzocht hoe deze wettelijke stelsels aangepast kunnen worden om domeinoverstijgende samenwerking mogelijk te maken. Resultaat: het advies Grenzeloos samenwerken?.

VGN: Interview met hoogleraar Brigitte Boon: Technologische innovatie is geen ‘one size fits all’
Steeds vaker wordt gesproken over e-health en digital health, maar is deze technologie die gebruikt maakt van onder andere interactieve websites en ander digitaal aanbod wel voor iedereen toepasbaar? VGN interviewde hierover hoogleraar Brigitte Boon. Uit onderzoek blijkt dat gedrag zeker zo belangrijk is als de technologische oplossing. Je vindt het interview op de website van de VGN.

NZa: Breed actieplan nodig om ouderenzorg toegankelijk en betaalbaar te houden
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft de Monitor ouderenzorg Trendanalyses, deel 2 gepubliceerd. Hierin zijn het zorggebruik en de zorguitgaven van ouderen in de verschillende zorgsectoren tussen 2015 en 2019 in kaart gebracht. Uit het onderzoek blijkt dat hoe ouder iemand wordt, hoe hoger de gemiddelde zorguitgaven zijn. Maar ook dat met name zelfredzame ouderen aanzienlijk minder gebruik maken van de zorg. Daar ligt dus een kans om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden.

VNG: gezamenlijke visie op de Wmo: Naar meer preventie, inclusie én samenwerking
Vanwege de toenemende vraag naar Wmo-ondersteuning en de grote en urgente opgave waar we in Nederland voor staan door vergrijzing en een krimpende arbeidsmarkt, hebben gemeenten en partijen in zorg en welzijn hun visie gepresenteerd op een duurzaam partnerschap en uitvoering in de Wmo. Ook in het VNG Magazine is hierover een artikel gepubliceerd.

Ministerie van BZK: Programma Een thuis voor iedereen
Het Ministerie van BZK heeft het programma Een thuis voor iedereen opgezet om te zorgen voor voldoende betaalbare woningen voor alle aandachtsgroepen, met een evenwichtige verdeling over gemeenten en met de juiste zorg, ondersteuning en begeleiding. Hiervoor zijn afspraken over bouw, toewijzing en ondersteuning met rijk, provincies, gemeenten en woningcorporaties nodig. Lees meer over dit programma en de constateringen die na onderzoek zijn gedaan in het rapport dat in mei dit jaar is gepubliceerd.

Ministerie BZK: Kernpublicatie van het WoON2021-onderzoek
Het ministerie BZK heeft de resultaten van het WoonOnderzoek Nederland 2021 op haar website gepubliceerd met als titel Wonen langs de meetlat. Met behulp van een grootschalig enquêteonderzoek zijn in de periode augustus 2020 tot en met september 2021 bijna 46.700 personen ondervraagd over de woonsituatie, woonlasten, verhuizingen en woonwensen van huishoudens in Nederland.

Universiteit voor humanistiek: Publicatie We hopen dat het leuker en gezelliger wordt
Vanuit het gemeentelijke programma Ouder en Wijzer is het project Vitale woongemeenschappen in ouderencomplexen geïnitieerd dat wordt uitgevoerd in samenwerking met Rotterdamse corporaties en welzijnsinstellingen. Er is onderzoek gedaan in vier ouderencomplexen om onder andere te kijken hoe de onderlinge samenhang en cohesie versterkt kan worden. Lees hier meer over in de uitgebrachte publicatie.

CPB: Essay Meedoen aan de samenleving
We leven in een samenleving waarin steeds meer wordt gesproken over het bevorderen van zinvolle en volwaardige participatie die bijdraagt aan persoonlijke en maatschappelijke doelen. Maar wat ‘kunnen’, ‘mogen’, ‘willen’ en/of ‘moeten’ mensen daarvoor doen? In het essay Meedoen aan de samenleving wordt met een domeinoverstijgende blik op die manier gekeken naar drie casussen uit het dagelijks leven.

Ministerie van BZK: Meer betaalbare woningen voor middeninkomens
In de plannen die minister De Jonge bekend heeft gemaakt staat dat er meer betaalbare woningen gebouwd moeten worden in zowel het sociale segment, als ook in het middensegment om meer mensen aan een betaalbare woning te helpen. Daarnaast worden aanvangshuren in het middenhuursegment gereguleerd waardoor huurders en kopers straks beter beschermd worden. Meer informatie vind je op de website van het ministerie van BZK.

Minidocumentaire over de Thuisplusflat in Rotterdam
De Taskforce Wonen en Zorg heeft op haar website een minidocumentaire gelanceerd waarin diverse partijen vertellen over het Thuisplusflat-concept dat is geïnitieerd door de gemeente Rotterdam om oudere inwoners zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen laten wonen. In de minidocumentaire kun je zien hoe het werkt, wat het oplevert en wat de dilemma’s zijn.

ING: Publicatie Wonen en zorg voor ouderen
In de publicatie Wonen en zorg voor ouderen gaat de ING in op de ambities, uitdagingen en kansen rond het toekomstbestendig maken van wonen en zorg voor ouderen. Een van die kansen is het clusteren van ouderenwoningen om de zorg en de woningmarkt te ontlasten. Door zorg aan huis in wooncomplexen kan tot wel 50% doelmatigere zorg worden geleverd dan als woningen in de wijk verspreid zijn

Living in Hospitality
Een sociale onderneming die een inclusief, innovatief woonconcept voor betaalbare middensegment tot vrije huurappartementen biedt. Een gemengde doelgroep van ‘jonger’ en ‘ouder’. Met diensten en services die op maat zonder winstoogmerk worden geleverd. Bij elk complex is een paviljoen die ook open staat voor buurtbewoners.

Living in Hospitality wil bijdragen aan verbinding, een vitale samenleving en minder zorgkosten, binnen een levensloopbestendig duurzaam woonconcept. Dat is de maatschappelijke missie. Impact leveren staat daarbij voorop. Living in Hospitality maakt het mogelijk voor (lokale) overheden en andere stakeholders op het vlak van zorg en betaalbaar wonen om de zeer gewenste systeemverandering door te voeren.

Door bewoners de mogelijkheid te bieden om via obligaties, via de Triodos bank of de ING, met een aanzienlijk hogere rente dan bij de bank, vrijgekomen vermogen te laten beleggen, kunnen de woonlasten hieruit geheel of gedeeltelijk worden betaald.

Ook wil Living in Hospitality een bijdrage leveren aan de doorstroming op de vastgelopen woningmarkt. Uit marktonderzoek van Ipsos en Living in Hospitality is vastgesteld dat er bij ‘jong’ en ‘oud’ veel interesse bestaat voor deze nieuwe woon- en leefstijlondersteuning. Het vinden van een gemeente waar dit concept kan worden gerealiseerd is nu de voornaamste doelstelling. Meer informatie vind je op de website van Living in Hospitality.