Skip to content

Nieuwsbrief november 2022

Beste lezer,

Nu de dagen weer korter worden, zoeken we elkaar weer steeds vaker op. Voor de meesten is er de warme omgeving van het eigen gezin of de familie, anderen brengen tijd door met vrienden, kennissen en buren. Maar dat is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Sommigen leven in eenzaamheid, voor anderen is samenzijn een grote opgave. Dat zie ik ook in de praktijk van mijn dagelijkse werk. En dat terwijl juist voor iedereen dat gevoel van ertoe doen zo belangrijk is.

Ik vind het waardevol om eraan bij te dragen dat mensen in een prettige omgeving wonen die hen omarmt en die hen uitnodigt om elkaar op te zoeken en te ondersteunen. In deze nieuwsbrief lees je bijvoorbeeld over het vooruitstrevende programma Een thuis voor iedereen en over tal van experimenten met innovatieve tussenwoonvormen waaraan ik als adviseur een mooie bijdrage mag leveren. Ik hoop dat je door deze projecten net zo geïnspireerd wordt als ik.

Uiteraard zet ik in deze nieuwsbrief ook weer een aantal interessante artikelen en rapportages voor je op een rij. Heb je vragen over een van mijn opdrachten of een artikel? Of wil je ergens meer informatie over? Laat het mij weten.

Ik wens je veel leesplezier.

Hartelijke groet,
Guido de Ruiter

Interviewreeks De droom van Rabia El Morabet Belhaj

“We moeten het normaal gaan vinden dat ook mensen met een kwetsbaarheid midden in een wijk kunnen wonen. En we moeten af van het idee dat ‘lastige gevallen’ aan de rand van de samenleving moeten worden geplaatst en dat we er vooral geen last van moeten hebben.”

In deel 9 van deze interviewreeks droomt Rabia El Morabet Belhaj, plaatsvervangend manager van het VWS-programma ‘Een thuis voor iedereen’ en projectleider Wonen, Zorg & Welzijn, van de inclusieve samenleving ten top.

Wat drijft jou in je werk?
“Ik heb altijd al interesse gehad in sociaal-maatschappelijke vraagstukken. Dat heeft wellicht te maken met mijn achtergrond. Mijn grootouders zijn in de jaren ’60 vanuit Marokko naar Nederland gekomen. Ze hebben keihard gewerkt om ervoor te zorgen dat hun nakomelingen een mooi leven stond te wachten. Van jongs af aan kregen wij thuis mee dat wij onze kansen hier goed moesten benutten. Dat hebben mijn broer, zusje en ik ook zeker gedaan.”

“Tegelijkertijd zag ik in de Haagse Schilderswijk waar we opgroeiden, dat veel leeftijdsgenoten niet die basis vanuit huis meekregen. Die valse start werkt door in hun leven. Velen zijn verkeerd terechtgekomen, omdat ze dat duwtje in de rug destijds niet hebben gekregen, maar ook later niet de juiste hulp en ondersteuning hebben gekregen die zij nodig hadden. Als ik de kwellingen en belemmeringen zie waar ze tegenaanlopen, dan pijnigt mij dat. Het maakt dat ik de volgende dag met nog meer power naar mijn werk ga, om mij in te zetten voor mensen in een kwetsbare positie.”

Je houdt je sinds 2019 specifiek bezig met de woon-zorgopgave voor kwetsbare groepen. Is dat ook vanuit een intrinsieke motivatie?
“Ik kom nog regelmatig in de Schilderswijk, omdat mijn ouders er wonen. Het viel me de laatste jaren op dat er steeds vaker individuen kwamen wonen met een zichtbare psychische kwetsbaarheid, die na een paar maanden weer uit huis werden geplaatst. Ze veroorzaakten erg veel overlast waardoor een gedeelte van de mensen in de wijk zich keerde tegen elk nieuw individu dat daarna kwam. En dat in een wijk die al de nodige uitdagingen en kwetsbaarheden kent. Voor mij groeide hierdoor het besef dat we in Nederland wel degelijk met een systeem werken dat de leefbaarheid in dit soort wijken nog meer onder druk zet.”

“Als je in zo’n wijk met een hoge concentratie sociale huurwoningen een kwetsbaar persoon plaatst zonder te voorzien in adequate zorg en ondersteuning, dan is zo’n project rondom zelfstandige bewoning gedoemd te mislukken. Zeker als je de wijk en de wijkbewoners daarin niet meeneemt. Omdat het zo dicht bij huis kwam, heb ik gezegd: ik wil mijn steentje bijdragen aan verbetering. En zo kwam ik terecht bij de directie maatschappelijke ondersteuning binnen VWS. Ik zit hier inmiddels helemaal op mijn plek.”

Wat is jouw droom voor de kwetsbare aandachtsgroepen in Nederland?
“Mijn droom is dat iedereen in Nederland, ook mensen in een kwetsbare positie, zich onderdeel voelen van de samenleving. De inclusieve samenleving ten top! We moeten het normaal gaan vinden dat ook mensen met een kwetsbaarheid midden in een wijk kunnen wonen. En we moeten af van het idee dat ‘lastige gevallen’ aan de rand van de samenleving moeten worden geplaatst en dat we er vooral geen last van moeten hebben.”

“Vanuit beleidsmatig oogpunt is mijn droom dat we op elk overheidsniveau werken vanuit de redenering – zeker waar het aandachtsgroepen betreft – dat zorg en wonen samengaan en dat dat min of meer een geïntegreerd uitgangspunt vormt. Ik zou willen dat we niet te verkokerd te werk gaan en in hokjes blijven denken. Als we bijvoorbeeld kijken naar middelen en indicatiestellingen, is alles primair gericht op het individu. We redeneren in de praktijk nog te veel vanuit de individuele begeleidingskosten. Op het moment dat partijen vanuit een collectief iets willen opzetten, lopen ze tegen bepaalde barrières aan, ook omdat het systeem niet optimaal is ingericht. Mijn streven is dat we daar meer de flexibiliteit en creativiteit in opzoeken.”

Hoe gaan we die beweging van individu naar geïntegreerd in Nederland in gang zetten?
“Het beleidsprogramma waar ik momenteel bij ben betrokken, ‘Een thuis voor iedereen’, is wat mij betreft een mooie eerste stap richting die beweging. Bij die beweging zijn ook alle medeoverheden betrokken. Vanuit het Rijk zorgen we voor de wettelijke verankering. Zo komt er een verplichting tot integrale woonzorgvisies, waarbij gemeentes nadrukkelijk ook zorginstellingen en woningcorporaties moeten betrekken – net als bij de prestatieafspraken. Verder gaan we werken met urgentiecategorieën waartoe ook kwetsbare groepen behoren. Dat maakt dat mensen in een kwetsbare positie, zoals een deel van de dakloze mensen en mensen die uit een intramurale instelling stromen, met voorrang een woonplek krijgen toegewezen. Daardoor kunnen zij eerder werken aan een zelfstandig bestaan, en hoeven ze niet onnodig lang in een opvanginstelling te verblijven.”

“Dat is een goede start, maar het moet vooral ook lokaal landen. Ik denk dat het vooral beter werkt als gemeenten – en dus wethouders, colleges en gemeenteraden – nog meer lef hebben, de grenzen opzoeken en kansen benutten. Er zijn reeds veel voorbeelden van gemeenten waar het sociaal en fysiek domein elkaar al goed weten te vinden. Ik denk wij vanuit het Rijk dit soort bewegingen kunnen stimuleren door die goede voorbeelden onder de aandacht te brengen en gemeenten daar nog verder in te ondersteunen. Maar primair zie ik het dus vooral op lokaal niveau gebeuren. Gemeenten kunnen het beste in kaart brengen welke aandachtsgroepen er zijn en wat de woon-zorgopgave van die groepen is. Ook op regionaal niveau moet er goed worden afgestemd. Waar liggen de kansen om verbindingen te leggen en uit te wisselen? De provincies krijgen daar een grotere coördinerende rol in.”

“Ik zie het echt als een én-én-én-samenwerking. En dat vind ik ook de kracht van het programma ‘Een thuis voor iedereen’. We hebben van meet af aan in een divers gremium geacteerd, op medewerkersniveau, maar ook op directeurenniveau en op bestuurlijk niveau.”

Even inzoomend op wonen voor aandachtsgroepen: van oudsher kon je óf zelfstandig wonen óf intramuraal. Nu wordt de roep om tussenwoonvormen steeds groter. Hoe sta jij daar tegenover?
“Ik denk dat ze essentieel zijn, want niet iedereen leent zich voor intramurale zorg of ambulante zorg. Dus ik ben er een voorstander van. Tegelijkertijd vind ik ook dat dit soort initiatieven lokaal moeten worden bezien. Past het in de lokale opgave?”

“Ook van de gemengd-wonen-concepten ben ik groot voorstander. Het kan behulpzaam zijn om verschillende groepen bij elkaar te huisvesten. Je ziet nu ook bijvoorbeeld die beweging rondom de ontheemden uit Oekraïne. Ik vind het mooi dat daar de verbinding wordt gezocht met de huisvestingsopgave voor andere aandachtsgroepen.”

“Alleen weten we ook uit ervaring dat niet alle groepen zich in dezelfde mate voor de ‘magic mix’ lenen. Je moet voorkomen dat er een enorme concentratie van hulpbehoevenden komt te wonen, zonder dat voorzien wordt in die hulpvragen. Dan is de kans kleiner dat zo’n project zal slagen. De vraag is dus niet alleen: ‘wie plaatsen we in hetzelfde woonconcept?’, maar ook ‘wat organiseren we eromheen aan sociaal beheer en individuele begeleiding?’ en ‘hoe garanderen we dat die randvoorwaarden er zijn zolang dat nodig is?’.”

Tot slot: als we die integrale, gezamenlijk aanpak hebben geregeld, betekent dat dan dat iedereen onderdeel wordt van die inclusieve samenleving?
“Dat is uiteindelijk het doel, al maak ik mij wel zorgen over het aantal woonplekken dat beschikbaar is. Bepaalde ontwikkelingen zoals de asielinstroom en de oorlog in Oekraïne leggen een nog grotere druk op de woningmarkt. Dat versterkt niet het gevoel van saamhorigheid in de samenleving. Er wordt gesproken van verdringing, over het al dan niet meer recht hebben op een woonplek ten opzichte van ‘nieuwkomers’ en ‘gelukszoekers’. Dat kan een belemmerende factor zijn voor het gevoel van inclusie. Ik vind dat heel jammer.”

“Ik vind dat we naar elkaar moeten blijven omkijken in een inclusieve samenleving. Als wij als professionals niet opkomen voor de aandachtsgroepen in de samenleving, wie doet het dan wel? Als ik kijk naar de collega’s die bijdragen aan het programma ‘Een thuis voor iedereen’, dan zie ik die motivatie niet alleen terug bij mijn interdepartementale collega’s, maar ook bij de collega’s van VNG, IPO, Platform 31 en RVO. Samen gaan we volop voor hetzelfde doel, namelijk om mensen die zich in een kwetsbare positie bevinden verder te helpen in de samenleving.”

Opdracht uitgelicht: Een mooie rol in het landelijk programma Een thuis voor iedereen

Doel van het landelijk programma Een thuis voor iedereen is om de positie op de woningmarkt van aandachtsgroepen te verbeteren. Het programma verwoordt vier belangrijke doelen:

1. Meer woningen voor aandachtsgroepen.
2. Een betere verdeling van de sociale woningvoorraad over gemeenten (en dus ook een betere verdeling van aandachtsgroepen
    over gemeenten).
3. Een betere aansluiting tussen de domeinen wonen, zorg, sociaal domein en werk en inkomen.
4. Meer preventie om dakloosheid te voorkomen.


Koplopersprogramma

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft aangeboden een koplopersprogramma te organiseren. De koplopers zijn samenwerkende partijen in de regio’s die vooruitlopend op de landelijke taakstelling de doelen in de praktijk proberen te realiseren. Het koplopersprogramma geeft wederzijds inzicht. Aan de ene kant kunnen landelijke actoren lering trekken uit de lokale/regionale praktijk. Aan de andere kant kunnen lokale/regionale spelers leren hoe ze goed vorm geven aan de nieuwe landelijke beleidslijnen.

Inmiddels hebben zes gebieden zich bereid getoond om te versnellen voor aandachtsgroepen in hun woningmarktregio en lokale gemeentelijke praktijk. Dit zijn: Enschede, Groningen, Parkstad Limburg, Nijmegen/Arnhem, Haaglanden en Metropoolregio Amsterdam. Platform31 ondersteunt de koplopers met kennis en kunde. Dat doen zij door inzet vanuit henzelf, via Netty van Triest en Susan van Klaveren, en met de inzet van drie deskundigen waarvan ik er één ben. Ik heb een rol op het thema woonzorgvisies en regie op het proces.

Integrale woonzorgvisie
Vanaf 2024 zijn gemeenten verplicht een verbrede, integrale woonzorgvisie op te stellen. De inhoud en vormvereisten aan die visie worden in het landelijke programma binnen de werkgroep woonzorgvisie nader ontwikkeld.

In het koplopersprogramma bespreken we met de koplopers hoe zo’n visie vorm krijgt. Wat is de aanpak en inhoud van een regionale en lokale woonzorgvisie? En hoe maak je een goede inhoudelijke koppeling met welzijn en zorg en de daarbij behorende partijen op lokaal en regionaal niveau? We verbinden wederzijds inhoudelijke kennis tussen de werkgroep woonzorgvisie en de koplopers om zowel de landelijke ontwikkelingen als die in de koploperregio’s te verbeteren.

Inspirerende voorbeelden
De komende tijd komt dit koplopersprogramma echt ‘van wal’ en gaan we gezamenlijk hier inhoud aan geven. Ik ben verheugd dat ik hier een rol in heb en zie uit naar het vervolg.

Mijn rol is om – samen met Platform31 en de andere deskundigen – (procesmatige en inhoudelijke) aanpakken en inspirerende voorbeelden in koplopersbijeenkomsten op te halen en te delen. Ook deel ik mijn eigen ervaringen en visie. Alles wat we ophalen, gebruiken we onder andere voor een publicatie die medio 2023 verschijnt als inspiratie voor de woonzorgvisies.

Benieuwd naar andere opdrachten?
Bekijk het overzicht van alle opdrachten waaraan ik werk of gewerkt heb.

Inspiratie voor innovatieve geclusterde tussenwoonvormen

In mijn vorige nieuwsbrief schreef ik over innovatieve geclusterde tussenwoonvormen. Daarbij besprak ik ook de notitie die ik voor het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer schreef. De laatste tijd krijgen de geclusterde woonvormen zowel voor senioren als aandachtgroepen veel aandacht. Wat mij betreft is dat volkomen terecht! Er is een hoop mee te bereiken en er zijn grote uitdagingen.

Er is een grote verscheidenheid in tussenwoonvormen: hofjeswonen, gemengd-wonencomplexen, caring communities (al dan niet in complexen of in wijken/buurten), doelgroepgericht wonen en alles wat er nog meer is. Dat is mooi, want deze verscheidenheid is hard nodig.

Ervaring in tussenwoonvormen
Sinds mijn start als zelfstandig adviseur in 2008 ben ik in allerlei rollen bezig met tussenwoonvormen. Graag deel ik enkele ervaringen hieruit.

  • Samen & Anders
    Van 2014 tot en met 2019 was ik innovatie-procesmanager van een vernieuwend concept voor een leegkomend verzorgingshuis in Rotterdam. Onder de naam Samen & Anders is hier – op basis van de social-enterprisegedachte – gestreefd naar wonen in combinatie met wederkerigheid voor mensen die sociaal maatschappelijk en/of financieel kwetsbaar zijn. Dit gebeurde in co-creatie met huurders, andere organisaties en de omgeving. Over dit concept zijn diverse magazines, rapportages, artikelen en films verschenen, bijvoorbeeld over het concept, de huurders en de effectmeting via een MKBA. Je vindt ze op mijn website.

  • Innovatief woonconcept Almere
    In Almere ben ik een jaar onafhankelijk projectleider van een pilot voor een innovatief woonconcept geweest. Dit concept richt zich specifiek op kwetsbare jongeren en jongvolwassenen. Daarbij gaat het zowel om de woonvorm als om het oplossen van systeemhobbels in het sociale en fysieke domein (waaronder financiering). We hebben gebouwd aan een ‘coalition of the willing’: een samenwerking waaraan gemeente, corporaties en zorgaanbieders deelnemen en waaraan zij zich als co-eigenaar verbinden.

    Er is een breed draagvlak: iedereen ziet in dat het anders kan en moet. Het concept voor de pilot is verder uitgewerkt met als kernelementen: wonen, wederkerigheid, ontmoeten, ontwikkeling, scholing en werk. Er is inmiddels een beoogde locatie en de komende tijd werken we er samen aan om dit innovatieve concept op deze plek te realiseren. We hebben onze ideeën vastgelegd in een visueel verslag.

  • Gemengd-wonenproject in Breda
    Namens zes organisaties ben ik onafhankelijk procesmanager in een gemengd-wonen-nieuwbouwproject dat in 2023 wordt opgeleverd. Woningcorporatie WonenBreburg, de gemeente Breda en zorgaanbieders Prisma, SMO Breda, Sovak en Zintri werken hierbij nauw samen op het gebied van Maatschappelijke Opvang, Beschermd Wonen, Verstandelijk Gehandicapten en Geestelijke Gezondheids Zorg. Vanuit de overtuiging dat gemengd wonen voor veel mensen met en zonder geïndiceerde zorgvraag meerwaarde biedt, zijn we samen op pad gegaan. Dit heeft geresulteerd in de ambitie dat we een thuis willen bieden aan alle bewoners in een duurzame, gezonde woonomgeving en dat we bouwen aan een inclusieve samenleving.

    Het concept behelst onder andere een actieve bewonersvereniging en een communitybouwer die de bewoners faciliteert. De samenwerkende partners betalen de kosten ervan. De visie is dat zo’n gemeenschap mensen gelukkiger maakt en dat zij minder vaak een beroep doen op geïndiceerde zorg. We gaan dat monitoren op zowel het maatschappelijk als financieel effect. Dat doen we samen met de bewoners, betrokken organisaties en financiers. We hebben onze visie en ambitie vastgelegd in onderstaande infographic.

Meer projecten
Ik ben nog op diverse andere plekken betrokken, zowel vanuit de insteek senioren als vanuit aandachtgroepen als vanuit een menging daarvan. Bij alle tussenwoonvormen zie ik dezelfde belangrijke aspecten en keuzes:

  • een geclusterde woonvorm (in complex en/of buurt)
  • aandacht voor ontmoeting en participatie, eigen regie en zelfstandigheid
  • het combineren en integraal, domeinoverstijgend organiseren van wonen-welzijn-zorg
  • het (in ieder geval voorbereid zijn op) financieel scheiden van wonen en zorg
  • het faciliteren van gemeenschap en individu (communitybuilding)
  • de mogelijkheid van ondersteuning/zorg dichtbij

Grootste uitdagingen zijn telkens:

  • een geschikte (ver- of nieuwbouw)locatie
  • het financieel rendabel maken door innovatieve financiering van gebouw en concept
  • de keus van de juiste doelgroep(en)
  • het organiseren van de vereiste systeemdoorbraak en het domeinoverstijgend werken
  • gedeeld eigenaarschap van het concept: het is beslist geen verhuur-huur relatie; het is samen als professionals en bewoners werken aan de conceptontwikkeling en conceptexploitatie
  • het faciliteren en ondersteunen van de gemeenschap, bijvoorbeeld via communitybuilding
  • het maken van afspraken over woningtoewijzing
  • het maken van afspraken over diensten- en zorglevering, bijvoorbeeld via preferred-supplierschap
  • het neerzetten van een toekomstbestendig complex en concept dat wendbaar en aanpaspaar is

Voor alles geldt: iedere situatie is anders!
De sleutel tot succes: mensen met een innovatieve visie en veel energie die het samen doen!

Instrumentenkoffer van het Ondersteuningsteam Wonen en Zorg

Het Ondersteuningsteam Wonen en Zorg (OWZ) helpt gemeenten, corporaties en zorgaanbieders bij lokale vraagstukken rond wonen en zorg. Hoe kunnen met name ouderen langer zelfstandig thuis wonen? Ook is er een Expertteam Weer Thuis (EWT) dat zich richt op de aandachtsgroepen. Het OWZ en EWT bestaan uit diverse experts, waarvan ik er een van ben. Meer informatie vind je op de site van RVO.

Digitale OWZ-instrumentenkoffer
De OWZ-experts maken bij hun ondersteuning gebruik van zelfontwikkelde methodieken. Dit ‘gereedschap’ stellen zij via het OWZ beschikbaar. Er zijn weer diverse nieuwe instrumenten toegevoegd. Daaronder een plan van aanpak voor regionale samenwerking op de woonzorgopgave en een handreiking voor bewonersparticipatie bij inbreidingsplannen.

Zelf heb ik twee instrumenten ontwikkeld voor deze instrumentenkoffer: een afwegingskader voor particuliere initiatieven en een afwegingskader voor langer thuis wonen in wijken, buurten en kernen. Neem eens een kijkje en maak gebruik van wat er al is. Heb je nog tips of vragen? Neem dan contact met de RVO op.

Kennis als inspiratie

Niets is beter dan elkaar te inspireren. Daarom vind je hieronder meerdere interessante kennisitems. Heb je ook iets te delen? Laat het me weten en ik neem het graag in de volgende nieuwsbrief op.

Interessante links

Platform31 publicatie: ‘Een nieuw (t)huis
Platform31 heeft de publicatie ‘Een nieuw (t)huis uitgebracht. Hierin worden lessen en inzichten uit de praktijkaanpakken van het experiment ‘Stimuleren doorstroming van senioren op de woningmarkt’ gedeeld.

Van senioren wordt verwacht dat zij langer zelfstandig thuis wonen. Niet elke woning is hiervoor geschikt. Vaak passen senioren hun huidige woning aan, zodat zij er kunnen blijven wonen wanneer gezondheidsproblemen optreden. Een alternatief is verhuizen naar een geschikte woning én woonomgeving: doorstroming. Deze laatste optie draagt bij aan het passender wonen van senioren én aan het verminderen van de woningmarktproblematiek. Het zorgt ervoor dat grote en onderbenutte eengezinswoningen vrijkomen voor gezinnen. Daarmee worden verhuisketens verlengd. Het lost de schaarste op de woningmarkt niet op, maar draagt wel bij aan een evenwichtigere verdeling.

In 2021 verscheen de quickscan ‘Doorstroming stimuleren van senioren op de woningmarkt’, waarvan ik een van de schrijvers was. We constateerden toen dat integrale samenwerking, het gebruik van data en het werken vanuit de leefwereld van senioren cruciaal zijn voor een effectieve aanpak bij het langer thuis blijven wonen. In deze nieuwe publicatie zijn deze thema’s verder uitgewerkt vanuit het experiment ‘Stimuleren doorstroming van senioren op de woningmarkt’.

WOZO: Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen
Hoe kun je bij een grote personeelsschaarste en stijgende zorgvraag de ouderenzorg in de toekomst toch goed organiseren? De Rijksoverheid heeft hiervoor het programma WOZO in het leven geroepen. Het bestaat uit verschillende maatregelen, initiatieven en projecten die eraan moeten bijdragen dat de ouderenzorg ook in de toekomst blijft passen bij wat ouderen willen.

Raad Volksgezondheid en Samenleving: de kunst van het innoveren
De uitdagingen in de zorg en het sociaal domein zijn enorm. Ze vragen om herziening van het Nederlandse innovatiebeleid, zodat maatschappelijke opgaven centraal komen te staan. De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) stelt dit in het advies ‘De kunst van het innoveren. Tijd voor een maatschappelijk perspectief op zorginnovatie’. Het advies kun je downloaden vanaf de website van de RVS.

Rijksoverheid: € 138 miljoen voor toekomstbestendige gehandicaptenzorg
In de kamerbrief van minister Helder lees je meer over de uitwerking van de ‘Toekomstagenda zorg en ondersteuning bij een beperking’ (periode 2022-2026). Het kabinet stelt hiervoor in totaal € 138 miljoen beschikbaar, waarvan € 83 miljoen gaat naar gespecialiseerde cliëntondersteuning en € 20 miljoen naar zorginnovatie en -technologie. Lees voor meer informatie het bericht van de Rijksoverheid.

Kaderbrief Wlz 2023: ophoging innovatiebudget voor de Wlz
In de voorlopige kaderbrief Wlz 2023 lees je dat minister Helder gehoor geeft aan de vraag van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) om het innovatiebudget van de langdurige zorg voor de beleidsregel innovatie voor kleinschalige experimenten te verhogen. Het budget gaat met € 10 miljoen omhoog naar in totaal € 17,5 miljoen. Zo kunnen meer zorgaanbieders en zorgkantoren een aanvraag indienen voor een experiment. Op de website van de NZA vind je een ‘wegwijzer innovatie en preventie in de langdurige zorg 2022’.

Website ‘Digivaardig in de zorg’
Een zorgprofessional moet digitaal vaardig zijn om alle werkzaamheden in de zorg goed uit te voeren. Maar niet elke zorgprofessional kan even goed met digitale technologie overweg. Het programma Het programma ‘Digivaardig in de zorg’ spant zich in om zorgorganisaties bewuster te maken van het knelpunt digitale vaardigheid. Op de website digivaardigindezorg.nl vind je allerlei informatie, leermiddelen en materialen om zorgprofessionals te ondersteunen.

Advies ‘Ruimte maken voor ontmoeting’
In het advies ‘Ruimte maken voor ontmoeting’ roepen de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) en het College van Rijksadviseurs (CRa) samen op om de bouwopgave en energietransitie te benutten als kans om socialere buurten te creëren. Het advies besteedt ook uitgebreid aandacht aan de sociale contacten en wat daarbij komt kijken. Het advies, met daarin concrete aanbevelingen, is onlangs aangeboden aan minister Hugo de Jonge.

Movisie: Casusbundel ‘Wij in de Wijk 4
Als afsluiting van het meerjarige Movisie-project ‘Wij in de Wijk’ is de vierde en tevens laatste casusbundel ‘Wij in de Wijk 4’ verschenen. De bundel bevat informatie over projecten uit zes gemeenten. Op het punt van verbinding en gemeenschapsvorming is er sprake van een enorme positieve dynamiek in wijken, buurten en dorpen. Ook is in de loop van het project veel kennis geoogst. Zo lees je in het laatste hoofdstuk ‘Reflectie’ tien lessen voor iedereen die betrokken is – of wordt – bij initiatieven die de sociale samenhang versterken.

Rijksadviseurs roepen op: “Bouw in de buurt!”
Bij beleidsmakers staat de vraag naar toekomstbestendige woningen hoog op de agenda. Het College van Rijksadviseurs heeft de leidraad ‘Bouw in de buurt uitgebracht. In deze leidraad zet het college zijn visie op de woningbouwopgave uiteen. Bij de bouw van nieuwe woningen gaat het niet alleen om het bouwen zelf, maar ook om maatschappelijke investeringen. De leefkwaliteit van zittende én nieuwe bewoners moet centraal staan.

Roommit: samen fijn wonen
Roommit wil vanuit zijn missie generaties samenbrengen, zorgpersoneel ondersteunen en inclusief wonen de standaard maken in de zorg. Zorgmedewerkers lopen op hun tandvlees, er zijn grote wachtlijsten voor cliënten en de scheiding tussen zorgwereld en maatschappij wordt steeds groter. Als oplossing gelooft Roommit in de kracht van inclusief wonen met de focus op de doelgroep studenten waarvoor de woningnood erg hoog is. Door studenten te laten wonen in een zorginstelling, zorg je bijvoorbeeld voor extra sociale interactie, besparing op de nachtwacht en/of het binden en boeien van nieuwe vrijwilligers en talent. Hoe Roommit dat aanpakt, lees je op hun website. Je kunt ook contact opnemen met Sven Platenburg: 06 82 07 99 35 of sven@roommit.nl.